Beste Luisteraar,
Ik heb iets gemeen met u. Wij houden blijkbaar allebei niet van namen die veranderen. Zo blijkt toch. Toen onlangs onze supermarktketen Delhaize aankondigde van naam te zullen veranderen stonden onze haren al recht. Die nieuwe Hollandse eigenaars zouden toch wel van ons patrimonium blijven? Toen bleek dat het om een tijdelijke verandering ging om Belgische producten te promoten was u en ik weer snel oké. A l’aise, zeg maar. Misschien een ideetje voor een naamsverandering als de hangmatten in promotie staan. A l’aise.
Het is niet omdat Shakespeare 400 jaar geleden vond dat als een roos een andere naam zou hebben ze even lekker zou ruiken, dat dat nog steeds zo ervaren wordt.
Dat heeft die hele Falanx en Pollux discussie in Gent wel bewezen. Of hoe heten die nieuwe namen voor de vooruit die dan toch gewoon de vooruit zal blijven, als gebouw dan?
U en ik, wij lopen tegenwoordig rond met de overgevoeligheid van een rijpe zweer. Zeker als over de naam gaat van dingen waaraan we gehecht zijn. Pak een naam af en je pakt identiteit weg. Dat is natuurlijk anders met dingen waar we nog geen band mee hebben opgebouwd. Ik herinner mij dat ik mijn bomma zaliger een fruitmand bracht in het ziekenhuis en dat daar een kiwi in lag. Ze had dat harig ding nog nooit in haar leven gezien, terwijl de introductie van de kiwi zich bij ons thuis toch al minstens vijf jaar eerder had voltrokken. Toen mijn bomma de naam hoorde van dit nieuw geïmporteerde fruit trok ze helemaal haar neus op. Had het Haarbes geheten of Baardbei, dan had het misschien nog gelukt. Maar het fruitje is eenzaam blijven rotten in het mandje. Mijn bomma heeft nooit een kiwi gegeten, gewoon omdat het in haar oren niet fruitig klonk.
Soms duikt er plots iets nieuws op in de wereld rondom waarvan je dan denkt : “wanneer is dat er gekomen? Die vergadering heb ik precies gemist.” Zo is het mij recent ook overkomen toen plots heel de wereld padél bleek te spelen. Wablieft? Jawel padél. De kruising tussen tennis en squash bestaat blijkbaar al sinds mijn geboortejaar, alleen wist ik van niks en nu staat iedereen plots te padéllen. Ik zocht het op. Volgens Sabine Appelmans is het zo populair omdat het geen techniek en conditie behoeft. Of het dan nog wel een sport is, laat ik aan u over.
Laten we eerlijk zijn: padél is een lelijk woord. Ik heb er niks mee. Die mag voor mij gerust nog van naam veranderen. Bovendien, er rijmt niks op. Altijd een goede graadmeter om lelijke woorden te ontdekken. Gebruik het woord padél maar eens in een limerick.
Er was eens een heer van adel
Die viel op een dag uit het zadel
Zijn lijf was kaduuk
Maar hij had één geluk
Voor mensen zonder techniek of conditie is er altijd nog padel, padél!
Nee, namen die veranderen dat is vreselijk, behalve als het over dingen gaat die je niks kunnen schelen.
Johan Terryn is acteur en auteur van het recent verschenen boek "Het Uur Blauw". Momenteel kan je ook zijn podcasts Pleisterplaats en Hoor mij beluisteren.
Comments