Beste luisteraar,
Onlangs kreeg ik per abuis een prachtig kortverhaal toebedeeld. Ik noem het een kortverhaal, een ander zou het een anekdote noemen, de meer onverschillige onder u misschien zelfs een fait divers.
Ik dank het verhaal aan mijn achternaam en aan het feit dat er nog mensen op deze aardkluit met dezelfde naam rondlopen. Duizendvierenveertig in België om precies te zijn, het merendeel in Zuid-West-Vlaanderen en dan nog een stuk of wat in Gent en Antwerpen.
“Ik mis de broodjes van je zus,” schreef iemand mij plots via mijn sociale media.
Mijn aandacht stond meteen op scherp want ik had geen idee welke de broodjeskwaliteiten van mijn zus zijn, noch welke metaforische betekenis deze ‘broodjes’ dan wel zouden kunnen hebben.
Ik las verder het zeer korte verhaal van deze nobele onbekende:
“Ik had ooit een favoriete broodjeszaak in Gent. Voor de broodjes en voor de ogen van de juffrouw van de broodjeszaak. Ik wist niet zo goed hoe ik dat moest brengen, dus ik vervalste stiekem de beloning op de klantenkaart naar 'een kus van Dina'. Ze vond het grappig, we volgden elkaar op Facebook en lachten sindsdien hoogstens schaapachtig naar elkaar als we elkaar kruisten.” Einde verhaal.
Nu heb ik geen zus die Dina heet, maar kon het niet nalaten de genoemde naamgenoot op Facebook op te zoeken. Ik keek in de ogen die deze kortverhaalschrijver hadden betoverd. Hij had zijn kus nooit gekregen, zijn volle spaarkaart zelfs nooit gepresenteerd, liet hij nog weten. Maar ongetwijfeld moet de broodjesjuffrouw bij eerdere beurten zijn krabbel op de spaarkaart hebben zien staan.
Ze had het grappig gevonden of misschien gedacht ‘ik hoop dat deze kaart nooit vol geraakt’ of ‘wat goed gevonden van die moedige snaak’…
Dat zullen we wellicht nooit weten, tenzij we het haar gewoon vragen.
Ik liet de kortverhaalschrijver weten dat ze volgens Facebook intussen in een pizzeria werkt: “Ze zou je een extra topping op je pizza moeten geven voor de moed die je had om op een spaarkaart om een kus te bedelen,” schreef ik hem. Maar hij wilde het graag bij het oude verhaal laten. Ze zou het toch enkel uit medelijden doen, dacht hij. Daar ging ik dan weer tegen in, ik schreef: “Het is niet omdat je de kus niet kreeg dat ze je niet moedig vond.” En dat vond hij dan ook weer waar.
Ik weet niet waar deze beide levens ondertussen naartoe zijn gedreven, beste luisteraar, dat van de broodjesjuffrouw en dat van de kortverhaalschrijver, en het zijn uiteraard uw of mijn zaken ook niet. Maar ik word geraakt door de schoonheid in deze moedige daad. Of het nu gaat om iets groots of om iets kleins als een kus van de broodjesjuffrouw, die schoonheid moeten we blijven zien in plaats van het niet bereikte doel. Ik weiger doorgaans klantenkaarten, ik vergeet ze, raak ze kwijt of gebruik ze om een afgekauwde kauwgom in weg te frommelen. Maar voor ik een volgende keer weiger, ga ik altijd eerst beter in dat paar ogen kijken. U weze gewaarschuwd als u mij vraagt of ik al een klantenkaart heb.
Johan Terryn is verhalenverteller, podcastmaker, boekenschrijver en acteur. Zijn voorstelling 'Tot Onze Grote Spijt' loopt vanaf het najaar 2023 in Vlaamse theaters.
Commentaires