Beste luisteraar,
Omdat online werken en online studeren overal kan waar je online kan, ontvoerde ik afgelopen week mijn eerstejaarsstudent uit Leuven en nam hem mee naar een Ardens leisteen huis, dat ondanks zijn idyllische ligging eveneens online lag.
Elke seconde dat we geen videomeeting hadden of online les moesten bijwonen, sprongen we in onze bottines en stormden we naar buiten.
’s Avonds speelden we schaak, staken we een haardvuur aan en sliepen we sinds lang nog eens samen in een bed.
De eerste nacht lagen we omstreeks drie uur wakker. We ploegden onwennig het bed om. Ik vroeg hem uiteindelijk wat er scheelde. Hij zei: “kweetnie” en als hij dat doet weet ik dat ik even moet doorvragen.
Na wat heen en weer klonk het als volgt uit zijn mond: “hoe kan ik weten of mijn studie de materie is waar ik mijn hele leven mee wil vullen als ik enkel en alleen online les volg? Mijn hoofd zit vol leerstof en mijn hart wordt niet gevuld.”
Ik knikte in het donker, wat voor hem zoveel betekende als: ik was stil.
Na een poos zei ik dat ik me kon voorstellen dat dat niet makkelijk was, maar dat het ook ok was om in het leven af en toe wat te drijven en ons niet te veel zorgen te maken waar naartoe we precies aan het drijven waren. Dat we dat wel zouden zien als we ergens aan kwamen en dat we dan nog altijd ons met de voeten weer van de kant konden afzetten. Ik hoorde in zijn zorgen dat hij zich geen verloren jaar wilde permitteren. “Geen enkel jaar is verloren, zei ik. Je haalt altijd overal iets uit. Als je zo denkt, lig je minder wakker,” zei ik ook half tegen mezelf.
Waarop hij knikte, tenminste dat denk je dan tijdens zo’n nachtelijke gedachtewisseling.
Ik stelde voor om dierenketting te spelen, het spel waarmee we vroeger urenlange autoritten doodden. Daar zouden we vanzelf weer van in slaap vallen. Hij lachte en begon. Na een twintigtal dieren zat ik al bij de uitgestorven soorten dino en dodo. Dat telde niet. Na een dertigtal letters begonnen we zelf dieren te verzinnen want dat mocht wel van onze eigen spelregels. Dode dieren mochten niet maar verzonnen dieren wel. Nijlschaap. Na een 40-tal dieren lagen we te ronken.
De volgende dag stonden we met een stralende glimlach weer op. Wat een deugd deed het om te midden alle zorgen weer even gewoon een dierenketting te maken. Als vader en zoon. Dat was drijven.
Johan Terryn is acteur en auteur van het recent verschenen boek "Het Uur Blauw". Momenteel kan je ook zijn podcasts Pleisterplaats en Hoor mij beluisteren.
Zalig!